Praktijkgerichte taallessen in het leerwerktraject basis kok op het Mediapark in Hilversum

Het doel van het leerwerktraject is het opleiden van statushouders uit de regio Gooi en Vechtstreek tot landelijk gecertificeerd basis kok. Het leerwerktraject basis kok is een samenwerking tussen het ROC College Hilversum en het Werkgeversservicepunt Gooi en Vechtstreek (WSP). Danner& Danner is gevraagd om de taallessen te verzorgen, 5 uur per week, zodat de deelnemers goed kunnen oefenen met die taalvaardigheden die nodig zijn op de werkvloer. De taallessen vallen onder de Perspectief op Werk (POW) trajecten van de regio Gooi en Vechtstreek. Wij hebben onze ervaren, en NT2 gecertificeerde, docent Yvonne gevraagd om deze praktijkgerichte taallessen te geven. De samenwerking met het ROC College is bijzonder goed, de cursisten en de docenten van de praktijk- en taallessen zijn erg enthousiast!

Lees hieronder een enthousiast verhaal van onze docent Yvonne:

Inmiddels is de POW-cursus basis kok al ruim 10 weken bezig en we duiken iedere dinsdag in de talige kant van de horeca, in het lokaal boven de praktijkkeuken in Villa Heideheuvel op het Mediapark. De taallessen zijn een onderdeel van de horeca opleiding aan het ROC College. Voor mij is dit een droom die werkelijkheid wordt, aangezien ik zelf een foodie ben, projectleider bij vele events ben geweest en zelf een koksopleiding heb gedaan.

Ik weet dus precies waar de cursisten tegenaan lopen. Denk alleen al aan ‘de handson-horecamindset’ en de Franse of uit het Frans afgeleide termen die in de keuken om je orenvliegen. En dan heb je natuurlijk warenkennis, opslagtemperatuur, voorraadbeheer, HACCP-regels, de gastronormbakken etc. Voor een nieuwe Nederlander zijn dit naast het leren van het Nederlands én het koksvak extra uitdagingen. En Franse termen, zoals ‘bon’, ‘oui chef!’, mouilleren, rissoleren, liëren, brunoise, chinose etc. moet je niet alleen verstaan, maar ook moet je ze kunnen herkennen bij het lezen van een recept, en wat dacht je van de uitspraak…. Ga er maar aanstaan. En dan denk je het allemaal wel te weten met die Nederlandse zinsbouw, krijg je weer te maken met instructietaal, die, bovendien zonder subject, weer net anders in elkaar zit dan een normale zin.

Tijdens mijn NT2-studie aan de HU heb ik stage gelopen bij een Taal- en Horecaschool in Utrecht, waar ik dit allemaal al eens heb gezien. Ik merkte daar dat dit soortpraktijkgerichte lessen echt mijn ding zijn, dus alles valt op zijn plek.

Het niveau van de cursisten ligt tussen A1 en B1. Het doel is uitstroom naar werk in de keuken. Ze krijgen praktijklessen en lopen 1 of 2 dagen stage bij uiteenlopende horecazaken in het Gooi. Ze kunnen terecht komen in een kleine keuken in een eenvoudig eetcafé, maar ook deel worden van een brigade bij een grote keten als Van der Valk. Een enkeling heeft ruime werkervaring in topkeukens en kookt de sterren van de hemel, maar loopt vast in het spreken. Anderen komen uit de ICT, hebben de grammatica goed in de vingers, maar hebben helemaal geen keukenervaring. Zij hebben weer moeite met de hectiek, de snelle en harde manier van communiceren in de keuken. Ook zijn er cursisten die geen werkervaring hebben of zelfs nooit op school hebben gezeten. Zij hebben weer baat bij extraklankbewustzijnslessen, schrijfoefeningen en leestraining. Tevens is een stukje Nederlandse cultuur en omgangskunde een welkome aanvulling. En dan heb je naast het Frans ook nog het Engels, waar door de collega’s toch vaak naar teruggegrepen wordt in een hectische situatie. Dus de meeste cursisten hebben minimaal drie talen die ze moeten onderhouden. Er is dus veel variatie in het werk en in de lessen moet er daarom ook vaak worden gedifferentieerd, opdat alle cursisten aan hun trekken komen.

Wat doen we zoal in een taalles basis kok? Het is teveel om op te noemen. De cursistenleren elke week een aantal nieuwe materialen en nieuwe werkwoorden. Daar gaan ze dan mee aan de slag. Steeds met aandacht voor een ander grammaticaal aspect. Elke week consolideren we de nieuwe woorden en grammatica door allerlei werkvormen en spelletjes in steeds weer een andere context. Ze oefenen in het beschrijven van wat ze nodig hebben, het geven van instructies en het stellenen beantwoorden van vragen. En alles uiteraard zoveel mogelijk op de horecapraktijk gericht, dus een rollenspel is er ook regelmatig bij.

We zijn nu op de helft van de eerste ronde en het resultaat mag er al zijn. In praktijkkeuken merkt men namelijk al dat de cursisten vrijer worden, duidelijker communiceren en bovendien beter Nederlands spreken. Ik heb respect voor mijn cursisten en ben enorm trots op ze. Het is mooi om te zien hoe met kleine stapjes uiteindelijk grote sprongen worden gemaakt en verheug me iedere week weer op wat de dinsdag brengt.